Eén ding wil je niet aan boord: brand
Als er iets is wat je écht niet wilt op een boot of schip, dan is het brand. Nog meer dan op de wal moet je daar bij een verbouwing van een vaartuig goed bij stilstaan. Aan boord zijn de risico’s nu eenmaal groter: motoren, veel apparatuur, accu’s, laswerkzaamheden, etc. Op sommige ligplaatsen en zeker tijdens de vaart kan de brandweer ook niet een-twee-drie komen blussen. Kies daarom een brandveilig isolatiemateriaal.
Brandbaarheid isolatiematerialen: grote verschillen
EPS en XPS (varianten op polystyreen oftewel piepschuim) zijn goedkoop maar vanwege de brandklasse (C tot E) en het brandgedrag af te raden. Bij brand komen namelijk giftige gassen vrij, gaat het materiaal smelten en druipen en kan de brand zich door de isolatie snel verder verspreiden. Als je de reportage van Zembla hierover hebt gezien, weet je genoeg. Natuurlijke materialen, dat klinkt dan een stuk beter. Maar helaas: producten als vlaswol of hennepwol zijn zeer brandbaar en zelfs als ze behandeld zijn met een brandvertrager vallen ze in brandklasse C. Dat wil je niet gebruiken als scheepsisolatie.
Wat kies je, brandklasse A of B?
PIR in plaatvorm of PUR gespoten door een professioneel bedrijf valt meestal in brandklasse B. Let wel: purschuim uit een spuitbus van de bouwmarkt scoort veel lager, soms zelfs E (zeer brandbaar). Klasse B betekent moeilijk brandbaar en dat maakt het geschikt voor schepen, hoewel je nog altijd op moet passen met laswerkzaamheden, want het materiaal kan gaan smeulen. Resolplaat is ook B, maar komt net iets beter uit de test dan PIR-plaat.
Voor de brandveiligheid maak je verreweg de beste keuze met glaswol en steenwol. Niet voor niets wordt in de charter- en passagiersvaart geëist dat de wanden tussen machinekamer en verblijven worden geïsoleerd met een voldoende dikke laag minerale wol, aangebracht op prikkers, op zo’n manier dat de wand 30 minuten brandwerend is.
Last modified: 17 november 2022