Isoleren van een schip: de basis

Goed isoleren is de basis voor een duurzaam woonschip. De verwarming is de grootste energieverbruiker aan boord en hoe beter je isoleert, hoe minder je hoeft te stoken. Als je dit goed aanpakt, zet je de grootste stap in minder verbruik en minder uitstoot. Door de hoge prijzen van brandstof en elektriciteit is het een investering die je steeds sneller terugverdient.

Ook is goed isoleren de voorwaarde voor veel andere aanpassingen aan je woonschip: pas met goede isolatie wordt het interessant om aan een warmtepomp, warmtewanden of vloerverwarming te denken. Met een overmaatse diesel-cv krijg je een slecht geïsoleerd schip nog wel warmgestookt, maar met een warmtepomp is dat lastig. Maar of je het schip nu superduurzaam wilt maken, ‘nul-op-de-meter’ (NOM), of alleen het interieur gaat verbouwen en de oude cv nog heel even laat staan: goed isoleren is altijd zinvol.

Hoe staat het met de isolatie in woonschepenland?

Volgens een onderzoek van EnergyGO en Waterloft uit 2015 zijn woonschepen geïsoleerd met PUR, PIR, steenwol en piepschuim. Bij de onderzochte schepen was de dikte 10 tot 60mm. Dat is ruim onder de maat en niet meer van deze tijd, maar helaas worden nog steeds veel woonschepen onvoldoende geïsoleerd, ook bij professionele werven. De laag is te dun, niet netjes aangebracht (geen egale laag), er zit geen isolatie over de spanten heen of het grondhout is zo bevestigd dat het koudebruggen veroorzaakt.

Dat 160mm steenwol niet overal haalbaar is vanwege beperkte ruimte, dat is duidelijk. Maar 60mm is echt onvoldoende als je een ruim gaat isoleren. Maak de laag zo dik mogelijk, meer is altijd beter. Bij een spits die omgebouwd werd van vrachtschip naar woonschip hebben wij (Hoogstad Scheepstimmerwerk) 125mm steenwol in de zijen aangebracht en 140mm onder de stalen kap. Dat was in 2015, hetzelfde jaar dat het onderzoeksrapport verscheen.

Goed geïsoleerde spits: 125mm steenwol tegen de zijen

Net zo goed als op de wal: de bouwnorm

Een schip is geen huis en hoeft niet aan bouwnormen te voldoen. Maar een isolatieplan voor een schip naast het Bouwbesluit leggen geeft wel een idee waar je zit op de schaal van slecht geïsoleerd naar duurzame woning. Zonder al te technisch te worden: bij nieuwbouwhuizen moet de constructie een bepaald isolerend vermogen hebben. Voor gevels is dat per januari 2021 4,7 m2K/W. Deze zogeheten Rc-waarde (de warmteweerstand) bereik je met 150mm steenwol in geval van een bakstenen muur met luchtspouw. Is de wand niet van steen maar staal, zoals bij een schip, dan is er 160mm steenwol nodig (spanten even buiten beschouwing gelaten).

Nog een klein beetje bouwfysica

Even volhouden, we zijn er bijna. Alle materialen geleiden warmte, de een meer dan de ander. Die eigenschap heet de warmtegeleidingscoëfficiënt (λ, lambda). Hoe hoger de warmtegeleidingscoëfficiënt, hoe beter de warmte wordt geleid en dus hoe lager de isolatiewaarde. Staal heeft een hoge lambdawaarde, isolatiemateriaal een lage. Maar binnen de isolatiematerialen zijn er kleine verschillen, zo isoleren PIR, PUR en resol beter dan steenwol en glaswol. Met de warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal en de dikte (d, in meters), kun je de warmteweerstand berekenen: R = d/λ. De Rc uit het Bouwbesluit is de opgetelde warmteweerstand van alle materialen in de constructie.

Tip
Op de 'bouwwiki' van Joost de Vree staat een tabel met de warmtegeleidingscoëfficiënt van veelgebruikte bouwmaterialen. Onthoud: lager is beter.

Nu weet je hoe je verschillende materialen met elkaar kunt vergelijken. En bereken je zó welke dikte aan isolatie je nodig hebt om een bepaalde warmteweerstand te bereiken: d = R x λ (in meters). Benieuwd hoe dat uitpakt voor PUR en steenwol? Kijk bij de veelgestelde vragen.

Deel dit artikel:

Comments are closed.

Close Search Window